SV | Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht, toen ging het [hem] wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE. |
WLC | דָּ֛ן דִּין־עָנִ֥י וְאֶבְיֹ֖ון אָ֣ז טֹ֑וב הֲלֹוא־הִ֛יא הַדַּ֥עַת אֹתִ֖י נְאֻם־יְהוָֽה׃ |
Trans. | dān dîn-‘ānî wə’eḇəywōn ’āz ṭwōḇ hălwō’-hî’ hada‘aṯ ’ōṯî nə’um-JHWH: |
Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht, toen ging het [hem] wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht, toen ging het [hem] wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!